Zelden hebben we voor zoveel hete vuren gestaan, en allemaal tegelijk: steunmaatregelen aan Griekenland of Grexit, een dreigend Brexit, de beurs in China op ‘rood’ en de invloed ervan op de wereldeconomie (wie het weet mag het zeggen), oorlog met IS, ontspoorde Jihad-strijders, de stroom vluchtelingen, de opwarming van de aarde, de in haar voegen krakende gezondheidszorg, de vergrijzing van de bevolking, robotisering en werkgelegenheid, het vervagen van normen en waarden, individualisering van de maatschappij. Je zou je bijna nog gaan afvragen wat er nog goed gaat. Alle zijn vraagstukken en zorgen die zo groot zijn dat ze alleen in onderlinge samenwerking kunnen worden opgepakt. En ook zullen worden opgelost c.q. weggenomen, daar vertrouw ik wel op, al zal ons geduld ernstig op de proef worden gesteld.
Op een geheel andere schaal, met – gelukkig – een andere impact, zou je met bouwopgaven een parallel kunnen trekken. Ook deze vraagstukken zijn van dien aard dat ze alleen maar in onderlinge samenwerking tot een goed einde kunnen worden gebracht. We komen er eindelijk achter.
Steeds meer wordt duidelijk dat het traditionele model van de ‘ijzeren driehoek’ t.w. opdrachtgever, ontwerper en aannemer heeft afgedaan. Het besef is onmiskenbaar groeiende dat de strikte scheiding van taken en verantwoordelijkheden – de opdrachtgever stelt de vraag, de ontwerper bedenkt de technische oplossing, de aannemer voert deze oplossing (en geen andere!) uit – tot suboptimalisaties leidt en inefficiency in de hand werkt. Dat niemand in dit proces echt tevreden is, viel (en valt) af te meten aan de discussies achteraf, al dan niet ‘voor het bankje’.
Inmiddels hoor ik binnen de bouwsector ook steeds meer het signaal ‘wij zijn het vechten zat’. Ik vind dit signaal niet alleen zeer hoopgevend, maar ook getuigen van inzicht in het causale verband tussen het traditionele bouwprocesmodel en het direct daarvan af te leiden (schuil)gedrag: de ander heeft het gedaan, ik bemoei me alleen met mijn eigen zaken. Is het vreemd dat men tegen deze achtergrond elkaar het licht in de ogen niet gunt en geen aandacht heeft voor de – gerechtvaardigde – belangen van de ander? Zo is het ook niet verwonderlijk dat men in een dergelijke ‘wereld’ elkaar de waarheid niet zegt omdat men meent een voordeel te kunnen halen – er zijn vluchtroutes genoeg, niemand is immers voor het totaal verantwoordelijk – door vergissingen onder het vloerkleed te schuiven en ze daar ook maar te laten. Dit in de veronderstelling dat niemand de ware toedracht zal kunnen achterhalen. Geen wonder dat we zo weinig geleerd hebben van dit soort processen.
De zon breekt door: we komen er – eindelijk – achter dat we er veel beter aan doen om elkaar op te zoeken en samen te gaan werken. Dat is voor alle betrokkenen beter. De opdrachtgever wordt geholpen in zijn vraagformulering, de ontwerper in zijn technische oplossing en de aannemer in zijn risicobeheersing. Samenwerking kan echter geen invulling krijgen door vast te houden aan de eigen traditionele positie, welke gebaseerd is op ‘de ander voorschrijven wat hij moet doen’.
Samenwerken houdt meebewegen in met de ander en beweging vraagt om ruimte. Ik zie in de bouwsector steeds meer opdrachtgevers die bereid zijn deze ruimte te bieden. En dit leidt – het kan niet anders – tot andere invullingen van rollen, taken en verantwoordelijkheden. En met deze andere invullingen kan eindelijk bewezen worden dat je die ruimte ook waard bent: je kunt laten zien dat je betrouwbaar bent, vertrouwen kan opeens verdiend worden. Het mooie van dit alles: ieder doet zijn best er iets moois van te maken, de prestatie van de een gaat niet meer ten koste van die van de ander; we maken betere bouwproducten tegen lagere kosten.
Ik wens iedereen in welke (werk)relatie dan ook toe dat er wederzijds sprake mag zijn van ruimte en vertrouwen. Ik wens iedereen toe dat zijn/haar talenten zich mogen ontplooien, simpelweg omdat daarvoor ruimte is geboden. Ik wens u allen in deze zin een gelukkig nieuw jaar toe.