Roges en BIZOB

Roges behoort sinds dit jaar tot de flexibele schil van BIZOB te Oirschot. BIZOB is een inkooporganisatie met als werkgebied Zuid-Oost Brabant, waar inmiddels 21 regiogemeenten zich bij hebben aangesloten.

 

 
De samenwerking is tot stand gekomen vanuit een gezamenlijk gedragen visie dat aanbesteden slechts een onderdeel is van het inkoopproces en dat opdrachtgevers er goed aan doen zich te concentreren op de beoogde functie van het onderwerp van inkoop: waar is ‘het’ voor? Met de in werking treding van de nieuwe aanbestedingswet en de Gids Proportionaliteit werd het niet alleen mogelijk maar ook opportuun samen inhoud te geven aan nieuwe regels. EMVI is dan wel voorgeschreven, maar de vraagzijde hef in verwarring beide handen de lucht. Wat mag nou wel en wat niet tegen de achtergrond van de Gids Proportionaliteit? De boodschap is er een van zelf nadenken en daarbij redelijkheid in acht nemen: ‘comply or explain’. Wat zoveel wil zeggen als ‘pas de wet toe of motiveer waarom je er een bijzondere invulling aan geeft’.

 

 
In de ontluikende EMVI-praktijk zijn er al enkele gouden regels van toepassing geworden:
• Pas als inkoopstrategie toe: zoveel mogelijk kwaliteit/waarde voor zo weinig mogelijk (exploitatie)geld
• Pas nauwgezette functionele vraagstelling toe voor de duiding van die waarde
• Hanteer onderscheidende, relevante selectie- en gunningscriteria
• Zorg ervoor dat je het minste dat je graag wil hebben ook tenminste kunt betalen
• Investeer in beoordelingsvermogen (aan de vraagzijde)
• Investeer in vraagsensitiviteit (aan de aanbodzijde)
• Geef goede motivaties rondom inkoopbeslissingen

 

 

In samenwerking met BIZOB passeert een grote diversiteit aan inkoopsituaties bij Roges de revue. Of het nu een isolatieprogramma is, een opleidingsplan, financial lease voor hardware, een Integraal Kindcentrum, adviesdiensten voor een wegrenovatie, de complete infrastructuur voor een centrumplan of de verkoop van grond voor een woningbouwontwikkeling, op elke situatie zijn bovenstaande regels van toepassing.

 

BIZOB

Belastingdienst

Op 25 juni jl. vond een inkoopthemadag plaats, georganiseerd door het centrum voor facilitaire dienstverlening van de Belastingdienst te Amsterdam. De doelgroep werd gevormd door vertegenwoordigers van het Rijk in de volgende functies: inkopers, inkoopmanagers, contractmanagers.

 

 
Roges mocht twee workshops ‘innovatieve aanbestedingsmethodes’ voor haar rekening nemen . Het werden geanimeerde ontmoetingen met ‘het veld’, met aan de ene kant de ontnuchterende opmerking wat er aan functioneel specificeren nou zou innovatief was – de NEVI heeft dit toch al 20 jaar in haar curriculum staan – en aan de andere kant de vaststelling dat deze wetenschap dan kennelijk aan de bouwsector (zowel de vraag- als de aanbodzijde) voorbij is gegaan. Een voorbeeld.

 

Prestatieconcept

Het prestatieconcept, ontwikkeld door de Rijksgebouwendienst in de eerste helft van de negentiger jaren van de vorige eeuw, waas de eerste vraagstrategie in de bouwsector welke uitging van een functionele benadering van de vraag. Toen de RGD na de uitvoering van haar eigen programma RJ120 de regie inzake het prestatieconcept uit handen gaf aan de markt was het vrijwel meteen gedaan ‘met de koopman’. Behalve de Rijksoverheid, in het bijzonder de RGD, kende aan de vraagzijde vrijwel niemand het concept. Na het RGD-programma werden geen nieuwe marktvragen gesteld, de aanbodzijde zag bij het uitblijven van de vraag geen heil in het verder ontwikkelen van een nieuwe aanbodstrategie: binnen 5 jaar had niemand het meer over het prestatieconcept. Weg kans.

 

 
De conclusie kan op basis van de discussie van 25 juni jl. dan ook niet anders luiden dan: het wordt eens tijd dat we in de bouwsector gaan toepassen waar we al jaren de waarde van inzien en – middels de toepassing van het prestatieconcept – al even aan geroken hebben.
Wie trekt de handschoen aan? Roges zorgt ervoor dat die past.

Reframe Housing

Op 15 april 2014 vond het congres Reframe Housing plaats. De organisatie was in handen van de NBvT. Reframe Housing is een platform, met als partners de NBvT, TUe, Centrum Hout, Aedes, SBRCUR en Stichting SlimBouwen.

 

 
Inspirator voor dit congres was Jos Lichtenberg, hoogleraar Productontwikkeling Building Industry TU Eindhoven, met zijn artikel ‘de bouw in de sandwich’ (zie www.reframehousing.nl). Op basis van zijn essay werd een zevental platforms ingericht vanuit het centrale thema: de ontmoeting van vraag en aanbod. Roges mocht het zesde platform ‘De nieuwe uitvraag’ verzorgen.

 

 
Na afloop werd getracht conclusies te trekken. Daarover binnenkort meer. Dit congres pretendeert namelijk geen eindpunt doch een begin te zijn. Uit het platform van Roges kwam een – ietwat confronterende – conclusie naar voren. De aanbodzijde is niet in staat het over een voorkeursrichting eens te worden. Zij kan de vraagzijde niet vertellen wat verstaan moet worden onder ‘het beste uit de bouw’. Wat verwachten we dan van de vraagzijde? Dat die wel weet hoe het moet en dus weet wat ze kan/mag/moet vragen?

 

 
Afijn, hier is het laatste woord nog niet over gezegd, zoveel is wel duidelijk. Hou de website van Reframe Housing en de praktijk van Roges maar in de gaten.

 

 

Reframe Housing

Convenant

In 2011 is door het Platform MKB Rijnmond en (toen nog) Gemeentewerken Rotterdam een convenant ondertekend dat tot doel had (en heeft) om elkaar te ondersteunen in het wederzijdse streven naar procesverbetering. Roges vult daarbij de rol van convenantmanager in.

 

Plaatsing van het convenant in de ontwikkelingen van de bouwsector

 

De bewustwording van ‘het kan beter’ (terugdringen van verspilling, in deze tijden is veronachtzamen ervan maatschappelijk ‘not done’) wordt groter, niet in de laatste plaats omdat daar waar de vernieuwingsstap gemaakt wordt, dit niet onbeloond blijft. De kwaliteitspraktijk verschuift van ‘afdwingen’ (traditioneel) naar ‘positief verrast worden’ (nieuw). Dit laatste betekent ruimte geven (om verrast te kunnen worden). Alles voorschrijven houdt een onmondige, reactieve sector in stand, uitsluitend gefocused op het optimaliseren van de eigen propositie na aanbesteding.

 

Ieder stelt bij voorkeur de vraag waarop men het antwoord al weet (‘vragen naar de bekende weg’) en er komt geen antwoord op een vraag die niet gesteld wordt. Op vernieuwingsplaatsen wordt deze vicieuze cirkel doorbroken. Dit geeft aan dat vernieuwing pas realiteit wordt als beide zijden van de markt (vraag- en aanbodzijde) ernaar streven. Dit vergt dus samenwerking: overtuigen en overtuigd willen worden. En door samenwerking ontstaat ‘werkende weg’ vertrouwen (dat het inderdaad beter kan).

 

In deze samenwerking staat de risico-discussie centraal. Verrassen is mooi, maar niet als de verrassing uit aanvullende risico’s bestaat. Voorschrijven was ‘alles zeker weten’ en risicoloos? De risicovraag ‘wie is het beste in staat welke risico’s te dragen’ werd dus niet gesteld en daarmee werd de potentie tot risicodeling niet benut. Bij de pakketinhoudelijke – functionele – uitvraag hoort ook de risico-uitvraag gesteld te worden: wie neemt wat tot zijn verantwoordelijkheid?

 

Het nadrukkelijk ‘open’ convenant (geïnteresseerde marktpartijen zijn welkom) blijkt bij uitstek geschikt om de hiervoor bedoelde samenwerking te faciliteren en de beantwoording van bovenvermelde vragen ter hand te nemen.
(plaatje Josselin de Jonglaan)

 

Inmiddels heeft het convenant haar eerste pilot qua aanbesteding achter de rug en is er een brede evaluatie gehouden (met alle inschrijvende partijen aan tafel). Belangrijkste evaluatiepunten:

 

• De mogelijkheid voor de vraag- en de aanbodzijde om in alle openheid elkaar te kunnen bevragen over kennis, strategie, belangen, visie is uniek en is zonder meer het continueren waard
• De focus ligt enerzijds op de financiële vertaling van ‘dat het beter kan’, en anderzijds op de verbetering van de samenwerking: het is nog een hele kluif om die verbeterde samenwerking (want daar is zonder meer sprake van) in aantoonbare ‘klinkende munt’ te vertalen. Dit laatste vergt een goede nulmeting van huidige procesprestaties.
• De eerder geformuleerde speerpunten (als gunningscriteria) zoals Social Return, Duurzaamheid, Omgevingsmanagement en Half-time mogen met nog meer uitdaging i.c. stimulans voor onderscheidend vermogen uitgevraagd worden. In een volgende pilot zal Total Cost of Ownership aan de speerpunten worden toegevoegd.
• Er is nog verbetering mogelijk in de afstemming tussen afstand houden (functionele benadering van het vraagpakket) en voorschijven (technisch inhoudelijke benadering van het vraagpakket). Er zijn voorbeelden te benoemen waarin zaken conflicteren (planning en levensduur).
• Er is behoefte om middels een vorm van interactie vóór aanbesteding meer duidelijkheid en achtergronden te geven omtrent de bedoelingen van het vraagpakket: waarom het project en welk vraagstuk wordt ermee opgelost?
• Er is behoefte naar een gezamenlijke verdere ontwikkeling van het gunningsysteem; daarvoor zullen meer pilots in gang gezet worden.

 

Al met al een zeer uitdagende en interessante ontwikkeling omdat het hier gaat om vernieuwing van vraag- en aanbodverhoudingen in de GWW-sector. Nu nog in de bescheiden omvang van pilots, maar potentieel uitgroeiend naar een nieuwe ‘parel’ in de core-business van de gemeente Rotterdam. De uitgestoken hand naar de GWW-sector. Wie gaat ‘m drukken?